Menu Sluiten

Blaasontsteking bij de cavia

Bij een blaasontsteking (cystitis) of urineweginfectie is het slijmvliesweefsel van de blaas ontstoken. Een blaasontsteking kan ontstaan doordat bacteriën zich nestelen in de blaas, zich gaan vermenigvuldigen en het slijmvlies van de blaas infecteren. Bacteriën kunnen afkomstig zijn uit de omgeving, darm of ontlasting. Blaasontsteking kan spontaan ontstaan, maar suikerziekte of de aanwezigheid van steen verhoogt de kans op blaasontsteking. Soms is sprake van blaasontsteking én steen in de urinewegen.

No screenshots please

Hoe herken je blaasontsteking bij een cavia?
Als je zelf weleens een blaasontsteking hebt gehad herken je het misschien wel. Een blaasontsteking voel je met name als scherpe pijn bij het plassen. Bij een cavia lijkt dat niet anders te zijn: plassen doet pijn. De cavia uit pijn in hoog piepen bij het plassen. Soms tilt de cavia ook het achterwerk een beetje op bij het plassen, knijpt met de oogjes of piept continue zacht. Gewichtverlies zonder andere duidelijke klachten, kan ook een teken van blaasontsteking zijn. Twijfel je? Probeer de cavia dan een tijdje te observeren. Maak eventueel een filmpje van het (afwijkende) gedrag met jouw telefoon, zodat je het aan de dierenarts kunt laten zien.
Symptomen: Piepen bij het plassen, continue zachtjes piepen, met oogjes knijpen, achterwerk optillen, (onverklaard) afvallen.

Urine meenemen?

Wanneer je een vermoeden hebt dat jouw cavia een blaasprobleem heeft en naar de dierenarts gaat kun je urine meebrengen. Maar hoe vang je cavia-urine op?

Zet jouw cavia in een ruime bak, bijvoorbeeld een curverkrat, een slabak of de plastic bak van de keukenweegschaal. Maak de bak goed schoon en droog voor gebruik. En erna ook 😉 Zet de cavia in de bak en laat deze daar, totdat deze geplast heeft. Blijf er wel bij want cavia’s (prooidieren) willen de bak na het plassen snel verlaten en proberen dan te klimmen of te springen.

Zuig de urine op met een 1ml-spuitje (zonder naald) en plak deze af met een plakbandje. Neem het spuitje met inhoud mee naar de dierenarts.

Hoe kan de dierenarts blaasontsteking bij de cavia vaststellen?
De dierenarts onderzoekt de urine van jouw cavia. Dat doet de dierenarts met behulp van een beetje urine van jouw cavia en een analyse-apparaat of een urinestrip. De arts controleert of er bloed in de urine aanwezig is.
Wanneer jouw cavia vaker blaasontsteking heeft gehad, zet de dierenarts de urine ook ‘op kweek’. In een laboratorium wordt dan onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van bacteriën in de urine.
De uiteindelijke diagnose blaasontsteking wordt gesteld op basis van klachten, lichamelijk onderzoek én de uitslag van het urineonderzoek. Bloed in de urine kan namelijk ook een andere oorzaak hebben. Bijvoorbeeld door erge blaasgruis of een steen die ergens in het urinestelsel vastzit. Een reden dat de dierenarts bij voorkeur ook controleert of er sprake is van stenen. Hiervoor maakt de dierenarts een röntgenfoto. Soms wordt dit onderzoek aangevuld met echografie, omdat bepaalde stenen beter zichtbaar zijn met deze techniek. Gelukkig is een röntgenfoto meestal voldoende.
Diagnostiek: Lichamelijk onderzoek, urineonderzoek (analyse, strip en/of kweek) en röntgenfoto (uitsluiten van blaassteen), eventueel echografie.

Chronische blaasontsteking (idiopathisch)

Soms zijn alle tekenen van blaasontsteking aanwezig bij een cavia, maar worden er geen (schadelijke) bacteriën in de kweek gevonden. Er is dan geen sprake van een bacteriële blaasontsteking en een antibioticum is dan niet de aangewezen behandeling. Wat dan wel? De blaaswand is dan mogelijk chronisch verdikt, geïrriteerd en mogelijk zelfs ontstoken. Dit type chronische blaasontsteking zonder bekende oorzaak (idiopathisch) wordt behandeld met een combinatie van blaasontspanners (drotaverine, oxybutynine) en pijnstillers. Deze aandoening komt vaker voor bij zeugjes.

Wat kan de dierenarts voor jouw cavia met blaasontsteking doen?
Voor de pijn schrijft de dierenarts een pijnstiller voor, dit kan paracetamol zijn. Voor het bestrijden van de bacteriële infectie is een antibioticum nodig. Er zijn verschillende soorten antibiotica. Niet alle soorten zijn even geschikt voor het bestrijden van bacteriën in de blaas. Voor een cavia met blaasontsteking mag de dierenarts starten met nitrofurantoïne.
Keert een blaasontsteking snel weer terug of herstelt de cavia niet. Dan kan de dierenarts urine ‘op kweek’ zetten, om te onderzoeken welk antibioticum het meest effectief is.
Behandeling: Antibioticum én pijnstiller (paracetamol).

TMPS of nitrofurantoïne?

Voor de behandeling van blaasontsteking is het antibioticum TMPS – bevat sulfonamide en trimethoprim – een aangewezen eerste keuze, gezien vanuit antibioticawetgeving. Maar het is helaas niet het beste middel voor cavia’s. Cavia’s hebben namelijk een zeer snelle stofwisseling, waardoor met dit type antibioticum geen effectieve medicijnspiegel wordt bereikt. Deze effectieve spiegel is nodig om bacteriën goed te kunnen bestrijden. Het verklaart mogelijk waarom een urineweginfectie regelmatig na het gebruik van dit antibioticum weer terugkomt. En erger: er uiteindelijk resistentie ontstaat voor dit type antibioticum.

Het antibioticum nitrofurantoïne past beter bij de snelle stofwisseling van de cavia. Het gebruik van dit middel sluit hierdoor ook beter aan bij het zogenaamde verstandig antibioticagebruik. Nitrofurantoïne is een humaan geneesmiddel en daar zijn voorwaarden aan verbonden. Goed om te weten: bij cavia’s is het toegestaan het antibioticum nitrofurantoïne zonder kweek in te zetten bij het behandelen van blaasproblematiek. Nitrofurantoïne wordt naast TMPS beschouwd als een eerste keuze middel.

Wat kun je zelf doen?
1. Controleer de medicatie: heb je een antibioticum en pijnstiller? Vervolgens is het belangrijk dat je de medicatie volgens de aanwijzingen van jouw dierenarts aan de cavia geeft. Kies vaste momenten waarop je de medicatie geeft, sla geen dag over en maak een antibioticumkuur helemaal af.
Verslechterd jouw cavia voordat de kuur is afgerond, neem dan contact op met de dierenarts.

2. Net voor het einde van de kuur controleer je de urine nogmaals of laat dit door de dierenarts doen met een urinestrip. Dit doe je om zeker te weten dat de infectie helemaal weg is. Indien je te vroeg stopt met de behandeling keert de infectie vaak weer terug. Een terugkerende infectie is soms moeilijker te bestrijden.

3. Gebruik van antibiotica heeft helaas ook invloed op belangrijke bacteriën in de caviadarm; de darmflora kan verstoord raken. Wanneer jouw cavia zachte poep krijgt, kun je met tarwegraspap en/of een papje van keutels van een gezonde cavia de zieke cavia ondersteuning bieden. Lees er meer over op de pagina over probiotica.

4. Is jouw cavia gevoelig voor blaasproblemen? Maak dan ook aanpassingen in de voeding. Voor cavia’s met terugkerende blaasontstekingen wordt aanbevolen:
– Een graanvrije brok
– Nitraatarme groenten: veel nitraat in de voeding kan leiden tot meer calciumuitscheiding via de urinewegen. Calciumuitscheiding herken je aan witte plekken in het verblijf van jouw dier. Dit is blaas- gruis of zand, ook wel sludge. Die witte kristallen kunnen de blaaswand irriteren. Naast irritatie en pijn geeft blaasgruis ook een verhoogde kans op (terugkerende) blaasontstekingen en blaassteen. Je verlaagt de kans op ziekte door nitraatarme groenten aan te bieden en nitraatrijke groenten sterk te minderen of helemaal weg te laten. Op Caviawijzer vind je bij de groenten en kruiden een pictogram die jou informeert over het nitraatgehalte.

5. Evalueer de huisvesting van de cavia: krijgt de cavia voldoende ruimte en hygiëne? Onvoldoende beweging kan blaasgruis bevorderen. Sommige cavia’s houden urine op in een vies huis.

6. Drinkt de cavia voldoende? Sommige dieren drinken niet graag uit de fles. Biedt zowel een bakje als fles aan en ververs drinkwater regelmatig.

veel gestelde vragen

Moet ik voortaan bronwater kopen?

Nee.

Het is niet nodig om kraanwater te vervangen door bronwater uit de winkel. Het mag wel natuurlijk. Het proberen van bronwater kan in elk geval geen kwaad. Wat betreft het kalk in kraanwater wordt gedacht dat dit minimaal bijdraagt aan het blaasgruisprobleem. Verder zijn er eigenaren die goede ervaringen hebben met het filteren van water met behulp van een BRITA-filter. Ook dit zou je kunnen proberen wanneer jij een nieuwe oplossing zoekt voor jouw cavia met terugkerende blaasproblemen.

Extra vitamine D geven?

Blaasproblemen worden niet veroorzaakt door een vitamine D-tekort. Het is meestal ook niet nodig om extra vitamine D aan cavia’s te geven. Caviabrokken worden namelijk verrijkt met voldoende vitamine D. Geef dus ook niet zomaar extra vitamine D druppels aan jouw cavia, want een teveel aan vitamine D wordt niet uitgeplast. Het kan zelfs schadelijk zijn, want vitamine D kun je eenvoudig overdoseren!

Calcium weglaten?

Blaasgruis of blaaszand lijkt misschien op kalk, maar dat blijkt het niet altijd én uitsluitend te zijn. Calcium is bovendien een zeer belangrijke voedingsstof voor de cavia. Met een streng calciumarmdieet, kan er een calciumtekort ontstaan, met alle gevolgen van dien. Zo bevatten het skelet en gebit van de cavia veel calcium. Cavia’s hebben ook calcium nodig om gezond te blijven. Wanneer er een tekort aan calcium is, kan calcium worden onttrokken aan het gebit en botten van de cavia. Caviawijzer raadt een streng calciumarmdieet daarom af. Het is natuurlijk prima om de calciumrijke groenten wat minder vaak te geven aan blaaspatiënten.

Andere aandachtspunten voor blaaspatiënten?

Geef liever geen bamboe (oxaalzuur-oxalaat) en wees terughoudend met gedroogde kruiden (nitraatrijk). Aan de andere kant: voor de vezels kunnen gedroogde kruiden weer belangrijk zijn en dat maakt het dieet van een blaaspatiënt soms extra uitdagend. Start dan met kleine hoeveelheden kruiden en houd gruis in urine en eventuele klachten extra goed in de gaten.

Wat is het idee achter het calciumarme dieet?

Hoe zit het nu met dat calciumarm dieetadvies? Dit dieetadvies is gebaseerd op een ander idee, namelijk dat cavia’s een gebrek aan vitamine D hebben, waardoor calcium niet zou worden opgenomen, maar uitgeplast.
Dit is onjuiste veronderstelling.

– Een grote hoeveelheid vitamine D in het dieet zorgt juist voor een overmatige opname van calcium ter hoogte van de darm, waarbij het teveel aan calcium wederom in de urine wordt uitgescheiden.1
– Een hoge calciumconcentratie in de voeding gaat ook gepaard met een hoge calciumneerslag in de urine, dus het vermijden van calciumrijke voeding kan wel nuttig zijn.
– Konijnen zijn van nature aangepast aan hoge calciumbelasting in de urine. Het vermoeden bestaat dat andere leefstijlfactoren ook een rol spelen bij de uiteindelijk steenvorming.2 Het vermoeden bestaat dat dit ook voor cavia’s geldt.
– Bij cavia’s die kwalitatief goede brokken – verrijkt met vitamine D – eten, is nauwelijks sprake van een vitamine D-gebrek.

Sterker nog, wanneer je een calciumarm-dieet combineert met het geven van extra vitamine D aan een cavia, dan vergroot je daarmee zelfs de kans op problemen. In het bijzonder aan het skelet en gebit van de cavia.

Referenties
1. Hoefer, HL. UROLITHIASIS IN RABBITS AND GUINEA PIGS, The North American Veterinary Conference (2006).

2. Clauss M, Burger B, Liesegang A, et al. Influence of diet on calcium metabolism, tissue calcification and urinary sludge in rabbits (Oryctolagus cuniculus). J Anim Physiol Anim Nutr (Berl), 96(5):798-807 (2012).

In de diergeneeskunde kan niet altijd geput worden uit grote klinische studies, waarin veel dieren zijn onderzocht. Nieuwe inzichten in diagnose en behandeling kunnen voortkomen uit: bestaande wetenschappelijke kennis, resultaten uit medisch onderzoek (proefdieronderzoek), specifiek diergeneeskundig onderzoek en ervaringen uit de dierenartspraktijk. Ook kan een methode of behandeling gebaseerd zijn op een combinatie van wetenschappelijke onderbouwde argumentatie t.a.v. een onderwerp en klinische ervaring uit de praktijk, een zogenaamde ‘expert opinion’.

Expert opinion
Dr. Eva Stoffels

Geraadpleegde bronnen
Hrapkiewicz K, Medina L, Clinical Laboratory Animal Medicine, Blackwell Publishing (2007).

Wetenschappelijke referenties
Betreffende de nitraat-hypothese:
JongUn Lee, ‘Nitric Oxide in the Kidney: Its Physiological Role and Pathophysiological Implications’, Electrolyte Blood Press: 6(1): 27–34 (2008).

Eva Stoffels, BVSC, DVM, PhD. ‘Lower Urinary Tract Disease in Guinea Pigs as it Relates to Nutrition’, gepresenteerd tijdens Exoticscon 2022, Session #2594, September 2022.

Betreffende blaassteen:
Edell AS, Vella DG, Sheen JC, Carotenuto SE, McKee T, Bergman PJ, ‘Retrospective analysis of risk factors, clinical features, and prognostic indicators for urolithiasis in guinea pigs: 158 cases (2009-2019)’, J Am Vet Med Assoc. 3:1-6. (2022).

Je kan de inhoud van deze pagina niet kopiëren